Aantekening over zouten
Paragraaf 1 verhoudingsformules van zouten
- Zouten bestaan uit kristalalen we komen ze overal tegen
- Ionen:
- Enkelvoudige ion
- Een atoom wat een positieve of negatieve landing heeft
- De ionen afkomstige van niet-metalen hebben de uitgang -ide. Bij zuurstof en zwavel gebruik je de Latijnse naam: Sulfide, Oxide
- Samengestelde ionen
- Meerdere atomen die een positieve of negatieve lading hebben
- Hebben altijd uitgang -aat of -iet. (m.u.v. OH- en NH4+) zie Binas tabel 66B
- Elektrovalentie
- De lading die een atoom heeft in een zout
- Bij metaalionen gebruik je Romeinse cijfers om aan te geven welke elektrovalentie het ion heeft
- Zie ook Binas tabel 99 en 40a
- Verhoudingsformule
- Zouten hebben een verhoudingsformule
- Opstellen van een verhoudingsformule
- Zoek de lading op van de ion soorten
- Schrijf de ion soorten naast elkaar, het positief geladen ion als eerst
- Verbinding moet elektrisch neutraal zijn, bepaal dus de kleinste verhouding tussen de ionen
- Noteer de verhoudingsgetallen als index bij de ion soorten
- Enkelvoudige ion
Paragraaf 4
- Molariteit (M):
- Gehalte van een stof
- Formule in woorden
- Molariteit = aantal mol stof / aantal liter oplossing
- Formule in symbolen
- M= n/V
- Notatie molariteit
- 0,45 M KCl
- [CH3COOH] = 0,56 M
- Rechte haken geven aan welke deeltjes er werkelijk in de oplossing aanwezig zijn
- Bereken nieuwe concentratie
- Bij verdunning voeg je water toe en verander je dus het volume en dus ook de concentratei
- Nieuwe concentratie = oude concentratie / nieuwe concentratie
- Verdunningsfactor = nieuwe volume / oud volume
- Je lost 1,71 g azijnzuur [CH3COOH] op tot 250 ml. Bereken de molariteit van de oplossing
- m=1,71g
- M= ? Mol/l
- M=n/V -> (1,71/60,053) / 0,250=0,1139 mol/L
- n= m/M -> 1,71/60,053
- Hoeveel g ethanol (C2H5OH) heb je nodig om 3,00 L 0,20 M ethanoloplossing te maken?
Maak jouw eigen website met JouwWeb