Aansteking over koolstofchemie 



Koolstofchemie

Binnen koolstofchemie heb je een covalente.

  • Covalente:
    • Betekenis: Het aantal bindingen dat een atoom kan aangaan.
    • Voorbeelden:
      • het atoom H kan 1 binding aangaan.
      • Het atoom O kan 2 bindingen aangaan.
      • Het atoom C kan 4 bindingen aangaan.
    • Even snel:
      • H:1
      • O:2
      • C:4
    • C – atoom:
      • Gaat altijd 4 bedingen aan
      • kan ketens vormen
    • alkanen: Cn H2n+2
  • CH4: Methaan
  • C2H6: Ethaan 
  • C3H8: Propaan
  • C4H10: Butaan
  • C5H12: Pentaan
  • C6H14: Hexaan
  • C7H16: Heptaan
  • C8H18: Octaan
  • C9H20: Nonaan
  • C10H22: Decaan

 

  • Zo als je merkt als er een C atoom bij komt dan komen er 2 H atomen bij. Dit verklaart wat Cn H2n+2 betekent.
  • N staat voor een aantal atomen je kan bij N een random nummer invullen
  • Even een voorbeeld:
    • Neem aan dat Cn H2n+2 de formule is.
    • Kijk naar de Decaan dat is C10H22 dit gaan we even na kijken. Neem aan dat N nu 10 is.
    • Nu gaan we de formule invullen: C10 H2x10+2=

2x10+2=22 dus dat klopt kijk maar naar Decaan

 



Alkenen: Cn H2n (onverzadigd) 

  • Altijd minimaal 1 dubbele binding aangaan

 

  • C2H4: Etheen
  • C3H6: Propeen
  • C4H8:
    • but-1-een
    • but-2-een
  • C5H10: 
    • Pent-1-een
    • Pent-2-een
  • C6H12:
    • Hex-1-een
    • Hex-2-een
    • Hex-3-een
  • C7H14:
    • Hept-1-een
    • Hept-2-een
    • Hept-3-een
  • C8H16:
    • Oct-1-een
    • Oct-2-een
    • Oct-3-een
    • Oct-4-een
  • C9H18:
    • Non-1-een
    • Non-2-een
    • Non-3-eeen
    • Non-4-een
  • C10H20:
    • Dec-1-een
    • Dec-2-een
    • Dec-3-een
    • Dec-4-een
    • Dec-5-een